niet op alles wat het leven vroeg
heb ik tijdig antwoord kunnen geven
soms was ik wat te vroeg
vaak ben ik stil gebleven
Omarm de werkelijkheid, dat doet ie ook met jou …
niet op alles wat het leven vroeg
heb ik tijdig antwoord kunnen geven
soms was ik wat te vroeg
vaak ben ik stil gebleven
zen is goed kijken
en dan stil zijn als een boom
wat gebeurt, gebeurt
Aan de hand van twee bijna-haiku’s wil ik proberen iets over ‘verstilling’ te zeggen. Verstilling is, geloof ik, een ‘zijns-toestand’. Een toestand waarin er niets meer is dan zijn zelf. Bomen lijken die toestand van nature aan te nemen. Wellicht kun je daarom wandelend in een bos zo gemakkelijk verstild raken, ik wel tenminste. Stenen kunnen er ook wat van, net als sterren.
Wij mensen kennen verstilling vooral als een ‘bewustzijnstoestand’. Deze kun je bereiken door te mediteren maar je hoeft er niet perse voor op een kussentje te gaan zitten, is mijn ervaring. Bij verstilling ervaren we de essentie van ‘zijn’. Er zijn nog wel gedachten en gevoelens maar die bepalen bij verstilling niet meer wie jij bent. Niets bepaalt meer wie jij bent, je kunt in vrijheid ‘zijn’. Juist dan kun je, paradoxaal genoeg, voelen dat je níet bent, althans niet een op zichzelf staande verschijning bent. Je maakt onderdeel uit van al dat is. In het bos voel je je verbonden met de bomen en planten, de vogels, met de grond die je draagt, met de wolken boven je. In de verstilling leg je je individualiteit af en dat voelt niet als verlies maar als verrijking. Al die verhalen waar je uit bestaat, ze doen er niet toe. Je bent vrij. Daarom glimlachen mediterende mensen soms. En ik ook in het bos.
In je verbondenheid met al het andere zie je ook het lijden. Dat lijden dat je ook zelf goed kent is wijd verspreid. Dat zie je helder in je verstilling. Verspreid in de natuur en onder de mensen. Soms kun je lijden verlichten. Je redt een naaktslak van het fietspad. Je doet boodschappen voor een buurman. Je maakt geld over naar een goed doel. In verstilling weet je je een met de ander, je hart staat open. Soms wordt je overmand door verdriet, soms door vreugde. Het komt allemaal langs en het is goed. Wat gebeurt, gebeurt.
Verstilling is iets anders dan stilte. Stilte gaat over geluid, of meer het ontbreken ervan. Maar verstillen kun je midden in een mensenmassa of naast een klaterende waterval. Vrijheid laat zich uiteindelijk door niets weerhouden.
verstilling is soms
met een stok op een pan slaan,
tranen in ogen
dat de rede
plaats mag maken
voor de vrede
Jij bent het licht vroeg in de morgen
Jij bent de kers op elke dag
Jij bent twee armen rond mijn zorgen
Je bent de zoen vóór elke nacht
Jij bent de vlinder uit mijn dromen
Jij bent de klaproos in de wei
Jij bent de ree tussen de bomen
Je bent de bloesem op de hei
Refrein.
Jij bent mijn willen, mogen, moeten
Jij bent de zin waarvoor ik kom
Jij bent de ruimte voor mijn voeten
Jij bent de stip daar aan mijn horizon
Jij bent mijn zon, de maan, de sterren
Jij houdt mijn aarde in z’n baan
Je bent mijn dichtbij en het verre
Je bent de beuken langs mijn laan
Jij bent de waarheid en het leven
Jij bent de woorden die je zegt
Jij kunt een daad, een mens vergeven
Met mededogen en oprecht
Refr:
Beloof je mij met lief en leed
Dat je nog heel erg lang zult leven
Weet dat je dat niet zeker weet
Maar dat is mij om het even
En ik beloof bij jou te blijven
Nog lang voorbij dit lied
En dat de liefde zal beklijven
Met alle vreugde en verdriet
Refr: (2x)
onder deze beukenboom
door rododendron omsloten
droom ik later mijn laatste droom
aan het stervensbed ontsproten
dit is straks mijn knekelkuil
waar mijn lichaam zal verteren
waar ik leven voor rust verruil
en tot koolstof mag wederkeren
met de rodekoolzwam samen
zal ik netwerken en groeien
en elke augustus een stout plan beramen
om dan even bovengronds te bloeien
de wortels van beuk en den
zal ik met mijn resten voeden
en zo zichtbaar worden wie ik ben,
met twee bomen die over me hoeden
poot, in plaats van al te lang te treuren,
op het verse graf een wulpse bloem
gun mij haar geuren en haar kleuren
en van de honingbij het zwoel gezoem
en als je erbij komt liggen, lieve schat
worden we één als nooit tevoren
de mensenwereld was ons soms te hard
hier worden we in vrede opnieuw geboren
moet ik vaker huilen
omdat ik ouder word
en geremdheid verweekt?
of huil ik vaker
omdat de wereld verandert,
de horizon verbleekt?
(ergens in Spanje)
we staan hier naast een dode vulkaan
althans, dat mag een mens maar hopen
of laat moeder aarde ons slechts in de waan
en is ons lot minder voorspelbaar, dus open?
het zou me niets verbazen
dat ze, als ze ons mensen bezig ziet,
wel wat lava uit zou willen blazen,
wat moet ze anders met haar verdriet?
maar nee, daarvoor is ze wellicht te barmhartig
we mogen van haar zelf ons lot bepalen
moeder aarde is groots en machtig
kent geen boosheid, hoeft vast geen gram te halen
de kust van Gabo de Gata oogt grillig
het binnenland ruig en verweerd
de hond is in deze warmte erg gewillig
de ruwe zee wordt straf gekeerd
we praten weinig en gedempt
de beelden spreken voor zichzelf
hier heersen krachten ongeremd
onder een haast wolkenloos gewelf
dicht bij het dorp wonen de doden,
niet als bij ons, onder de zoden,
maar gestapeld boven de grond,
ieder in een lade met een kleurig front
het dorp is stil, de luiken dicht
maar hier op ‘t kerkhof schijnt het licht
op de talrijke op foto vastgelegde ogen
die elkaar voor eeuwig begluren mogen
louie doet het ons voor
hoe in het hier en nu te leven
hij drentelt kwiek en bedreven
tussen de scherpe rotsen door
het wordt lastig om niet alles wat je ziet
in een groter perspectief te plaatsen
om het hier-en-nu het hier-en-nu te laten
dreiging ligt in het verschiet
de mensheid lijkt verdwaald te zijn
op huizen vallen bommen en granaten
in Malaga stroomt hagel door de straten
hoe houd ik zo’n gedicht nog klein…
maar Louie doet het ons voor
hoe in het hier en nu te leven
hij drentelt kwiek en bedreven
tussen de scherpe rotsen door