nu staan we bij Dombas in de bergen
waar Ibsen zijn Peer Gynt tot leven bracht,
een sage die menigeen hoop én huiver bracht;
ook zijn hier trollen, een vreemd soort dwergen
de gelijkenis met Gynt grijpt me naar de strot,
het goed en kwaad van hem verteld,
hoe hij zich later als en ui heeft afgepeld…,
dat ik – als hij – bij haar mag zijn, tot slot…
maar onze sage is nog lang niet afgerond
voor nu is er de fjordenkust die op ons wacht
en later nog veel meer, bij leven en gezond
zo reizen wij, gedragen door de eeuwigheid
door geleefde dag en niet minder volle nacht;
het bestaan is groots en we hebben nog de tijd