Bob

Bob Dylan is mijn vriend. En ik ben zijn vriend. Hij weet het niet en ik begrijp zelf ook niet helemaal hoe het zit maar dat maakt echte vrienden niet uit. Ik verlang niets van Bob en hij niets van mij, zoals goede vrienden betaamt. We hebben elkaar wel nodig. Als ik niet naar Bob luister dan verwaaien zijn liedjes in de wind. Omgekeerd, als Bob niet voor mij zou spelen dan zou ik eenzamer door het leven gaan. We betekenen veel voor elkaar, vullen elkaar aan. Maar zijn onze beider ‘ikken’ meer dan twee narratieven die gemakkelijk samenvloeien, met elkaar en met al het andere? Zijn wij niet slechts twee druppels in de zee?
Toen ik leerlingen-stakingen aanwakkerde op de Koninklijke HBS te Apeldoorn zong Bob ‘The times they are a-changing…’. Toen ik tegen de oorlog in Vietnam demonstreerde zong Bob ‘Masters of War’. Op het hoogtepunt van mijn eerste huwelijk schreef Bob het liefdevolle ‘Sara’ en toen wij scheidden zong hij ‘Baby, stop crying’. In ‘Blood on the tracks’ zong hij over mijn depressies en overmatig drankgebruik. In ‘Desire’ kwamen we er samen weer bovenop. In spiritueel opzicht inspireerden we elkaar maar gingen toch ook onze eigen weg. Bob zocht enige tijd z’n heil in de christelijke kerk, ik vond houvast in de woorden van de Boeddha. Voor onze vriendschap maakte dat niets uit, die duurt voort tot op de dag van vandaag.
Korte tijd geleden, 17 oktober 2022, verraste ik Bob met een bezoek aan zijn concert in Amsterdam. We hadden elkaar een tijdje niet gezien en ik schrok van z’n schriele verschijning en z’n onvaste loop. Bob is nu 83, 14 jaar ouder dan ik. De laatste jaren doen ertoe. We zijn misschien nog wel meer aangewezen op elkaar dan ooit.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *