als ik
bang ben
met grote woorden
van liefde
de spiegel
van stil water
te breken
bipolair
in mij heerst een wrede klok
mijn tijd is zijn rijk en hij de keizer
steeds slaat het uur van overmoed en drang
dan weer de stonde van naakt en moe en bang
in een onbewaakt kwartier glimlach ik soms,
zinloos is wrok
ik ben dan even wijzer
Dubbelganger
de bomen
staan als bomen in het bos
toonbeeld
van oorspronkelijkheid
hier laat
mijn dubbelganger mij óók los
en kijkt niet om
als hij het bos uitschrijdt
de bomen
staan als bomen in het bos
en adem vult mijn buik
Blauw goud
het koren, ooit met zorg gezaaid,
ligt – nu een lijk van stro –
langgerekt te drogen
het blauwe goud is ijl verwaaid
ontglipt de oogst al tijden zo
Sassenpoort
wanneer ik Zwolle als een leven zie
als een lichaam van vlees en bloed
(en om welk besef zou ik dat niet?)
dat zich met menselijk groeien voedt
en haar sassenpoort als opening benoem,
welk beeld past dan bij deze metafoor:
de bron van liefde of een hoer?
gemeentelijk geveegde aars, de neus, een oor ?
nee, als mond, zie ik haar het allerliefst
want het is haar zwijgen dat mij zo bekoort
en haar stille zoen, wanneer ik langs haar fiets
maar ik weet dat zij als dame treurt en gruwt
van dat ’s weekends sassen in haar poort
en van al dat verkeer, bruut door haar strot geduwd
Losse grond
dorre voren achterlatend;
ontginnen met naasten – van brake aarde;
weer zullen wij naakte waarden
uit de tere zaden van de liefde winnen,
die in losse grond de mooiste vruchten baren;
alles sterft, maar nooit de zinnen
De nacht voor de Vluchteling
ik liep voor Jana, Gulrez
Stephanie en Aazar
Jade, Dilber en Kahdart
en ik droeg jullie, lieve dochters
in mijn hart
Ik liep voor de liefde en het licht
dat het donk’re noodlot ontwart
en ik droeg jou, broeder en zuster
in mijn hart
ik liep voor Aehem Ahmad
die met zijn piano tussen de ruïnes
geweld en onrecht tart
en ik droeg jou, vriend en geliefde
in mijn hart
ik liep voor de kleine witte vlinder
in dat struikje bij de start
en ik droeg jou, mijn gulle sponsor
in mijn hart
Bob
Bob Dylan is mijn vriend. En ik ben zijn vriend. Hij weet het niet en ik begrijp zelf ook niet helemaal hoe het zit maar dat maakt echte vrienden niet uit. Ik verlang niets van Bob en hij niets van mij, zoals goede vrienden betaamt. We hebben elkaar wel nodig. Als ik niet naar Bob luister dan verwaaien zijn liedjes in de wind. Omgekeerd, als Bob niet voor mij zou spelen dan zou ik eenzamer door het leven gaan. We betekenen veel voor elkaar, vullen elkaar aan. Maar zijn onze beider ‘ikken’ meer dan twee narratieven die gemakkelijk samenvloeien, met elkaar en met al het andere? Zijn wij niet slechts twee druppels in de zee?
Toen ik leerlingen-stakingen aanwakkerde op de Koninklijke HBS te Apeldoorn zong Bob ‘The times they are a-changing…’. Toen ik tegen de oorlog in Vietnam demonstreerde zong Bob ‘Masters of War’. Op het hoogtepunt van mijn eerste huwelijk schreef Bob het liefdevolle ‘Sara’ en toen wij scheidden zong hij ‘Baby, stop crying’. In ‘Blood on the tracks’ zong hij over mijn depressies en overmatig drankgebruik. In ‘Desire’ kwamen we er samen weer bovenop. In spiritueel opzicht inspireerden we elkaar maar gingen toch ook onze eigen weg. Bob zocht enige tijd z’n heil in de christelijke kerk, ik vond houvast in de woorden van de Boeddha. Voor onze vriendschap maakte dat niets uit, die duurt voort tot op de dag van vandaag.
Korte tijd geleden, 17 oktober 2022, verraste ik Bob met een bezoek aan zijn concert in Amsterdam. We hadden elkaar een tijdje niet gezien en ik schrok van z’n schriele verschijning en z’n onvaste loop. Bob is nu 83, 14 jaar ouder dan ik. De laatste jaren doen ertoe. We zijn misschien nog wel meer aangewezen op elkaar dan ooit.

e-mail: evdmeulen1954@gmail.com.
Eelco Musho heeft naast een loopbaan als opbouwwerker, projectleider IT, hogeschooldocent en buschauffeur altijd proza en poëzie geschreven. In 2000 won hij de publieksprijs van de Provincie Gelderland. In 2014 werd zijn landschapstheater ‘Halte Lingezege’, een stuk voor drie bussen met theater en muziek binnen en buiten, meerdere keren succesvol opgevoerd in het gebied tussen Nijmegen en Arnhem. Ook schreef hij enkele jaren columns in het Boeddhistisch Dagblad. In 2023 verscheen zijn bundel ‘Halte Hertenkamp, aantekeningen van Boeddha’s buschauffeur’ bij uitgeverij Asoka.
De inhoud van deze site, een eerste selectie, is in de loop van zo’n vijftig jaar ontstaan. De datum die er bij staat is de publicatiedatum (dus niet de geboortedag). Het materiaal lag tientallen jaren op planken, in kasten. Het wilde wel ‘s wat licht zien. En jou ontmoeten, natuurlijk. Vandaar deze site…
Van 2013 tot 2018 was Eelco Musho buschauffeur in centraal Nederland. Hij manoeuvreerde twaalfmeter-lange voertuigen veilig door dorpen en steden maar zijn aandacht ging ook uit naar de landschappen die langs gleden, naar mensen die in- en uitstapten en zeker ook naar zijn eigen zielenroerselen die hem onderweg overkwamen. Achter het stuur ontstonden een aantal bespiegelingen die hij tijdens rustpauzes noteerde en die in deze bundel zijn verzameld.
De woorden van de Boeddha helpen hem de wereld te begrijpen en dat is terug te lezen in zijn observaties. ‘Halte Hertenkamp’ verwijst naar het Hertenpark in Sarnath, India waar Gautama Boeddha na het moment van verlichting voor het eerst zijn inzichten deelde en waar de boeddhistische gemeenschap ontstond. De auteur bezocht deze plek enkele jaren geleden – in de voetsporen van de Boeddha – zelf.
Voor Eelco Musho zijn de woorden van de Boeddha niet van verre oorden of verheven, maar juist van heel dichtbij en van alledag.

ISBN 978 90 5670 441 4
‘Wauw’ was mijn spontane reactie toen ik de eerste column van Hertenkamp las. En datzelfde gevoel heb ik nu bij deze bundel. Wie dacht dat de dharma voer was voor filosofen en andere moeilijkdoeners wordt hier zachtmoedig op zijn plaats gezet. Eelco toont de dharma in alledaagse ontmoetingen, in kostbare momenten, in een glimlach, in kleine dingen.
Edel Maex, psychiater en zenleraar